top of page
  • Foto van schrijverNetwerk conceptueel bouwen

#3 NCB vertelt over succesvol samenwerken: 'We benaderen de hele bouwstroom als één bouwproject'

Aan het woord: Niels Struijcken, commercieel Manager bij Heijmans en Frans Fonteijn, directeur Zuid van BAM Wonen.


Iedere maand publiceert het NCB een inspirerend dubbelinterview met samenwerkingspartners in de bouwketen. Onze leden vertellen hoe ze samen succesvol conceptueel bouwen en zo zorgen voor versnelling en betaalbaarheid in de woningbouw. U leest over hun aanpak, geleerde lessen en nog te nemen stappen.

De voorbereidingen zijn in volle gang. Vanaf volgend jaar bouwen ze 200 tot 250 sociale huurwoningen voor de pilot van het Stedelijk Gebied Eindhoven. Heijmans en BAM Wonen zijn door de dertien corporaties en negen gemeenten geselecteerd voor de conceptuele bouw van zo’n 1000 eengezinswoningen en appartementen in vijf jaar. Niels Struijcken, commercieel manager bij Heijmans en Frans Fonteijn, directeur Zuid van BAM Wonen zijn eensgezind in hun enthousiasme over deze unieke samenwerking.


In januari plaatsten Heijmans, BAM Wonen en de gezamenlijke opdrachtgevers hun handtekening onder de raamovereenkomst van het samenwerkingstraject Standaard Sociale Huurwoningen. Een feestelijk moment. Nu komen de locaties in beeld waar Heijmans de eengezinswoningen en BAM Wonen de appartementen gaan bouwen. Een spannende fase, erkent Niels. Frans: ‘Nu gaan we zien hoe men onze winnende concepten in de praktijk op de werkvloer van de corporaties en gemeenten ervaart.’ Ook nu is de gezamenlijkheid belangrijk. Dat de verschillende gemeenten de woningconcepten op uniforme wijze bouwkundig toetsen, scheelt in ieder geval al ongelooflijk veel tijd.

Alle partijen streven ernaar om deze grote bulk woningen aaneensluitend te bouwen.

Aaneensluitend bouwen De vaart moet er ook tijdens het bouwen inblijven. De keuze van de bouwlocaties in de negen gemeenten ligt uiteraard bij de opdrachtgevers, zegt Niels. Maar de bouwers krijgen van de gemeenten en corporaties een belangrijke stem bij het bepalen van de volgorde. ‘Zo kan het handig zijn om op een grote locatie van corporatie X te starten. Van daaruit kunnen wij onze machines, mensen en co-makers inplannen. We starten met het grondwerk en gaan daar op plek B van corporatie Y mee verder. Daarna neemt de funderingsploeg dezelfde route. Zo gaat de trein verder: we benaderen deze hele stroom als één bouwproject.’ Frans: ‘Ook dat is mooi aan deze samenwerking. Alle partijen streven ernaar om deze grote bulk woningen aaneensluitend te bouwen. Die continuïteit zorgt mede voor snelheid en een lagere prijs.’


Voor de daadwerkelijke start van de bouw zitten de mannen van BAM Wonen en Heijmans aan tafel met corporatiemedewerkers en gemeenteambtenaren. Deels zijn dat andere mensen dan degenen die de uitvraag deden. ‘Door ook in deze fase mee te denken, kunnen wij specifieke oplossingen aandragen voor bepaalde locaties, zegt Frans. Dat is ook een van de voordelen van conceptueel denken. ‘We hebben inmiddels op tal van plekken ervaring opgedaan met variaties in ons basisproduct, vervolgt Niels. Het maakt conceptueel bouwen flexibel, zeggen ze beiden. ‘Omdat we werken vanuit herhaalbare oplossingen staat die variatie de snelheid niet in de weg.’

‘Ze onderzoeken samen de mogelijkheden om het hele vergunningentraject uniform en gelijktijdig uit te voeren. Van welstandseisen tot bouwtoetsen. Dat zorgt voor een forse versnelling van het ontwikkelproces.’

Verrast Terugkijkend op de eerste fase van de pilot zijn BAM Wonen en Heijmans vooral verrast door de manier waarop de opdrachtgevers in de pilot samen optrekken. Voor bouwers is het een ‘grote plus’ als gemeenten en corporaties samen tot één opdracht komen waar ze met zijn allen achter staan. Ze adviseren initiatiefnemers die elders in het land ook een gezamenlijke bouwstroom overwegen, om te komen kijken hoe dat proces hier in Brabant gaat. ‘Daar moeten ze vervolgens zelf natuurlijk iets van vinden, zegt Frans. ‘Maar ik denk dat het wiel hier voor 90 procent is uitgevonden.’


Niels noemt het bijzonder hoezeer de gemeenten hier bereid zijn om buiten hun eigen grenzen te kijken. ‘Ze onderzoeken samen de mogelijkheden om het hele vergunningentraject uniform en gelijktijdig uit te voeren. Van welstandseisen tot bouwtoetsen. Dat zorgt voor een forse versnelling van het ontwikkelproces.’ En het laat zien dat men vertrouwen heeft in elkaar en in de mogelijkheden voor deze opgave, zeggen beide heren.


Nu zullen Heijmans en BAM Wonen het in hun gestelde vertrouwen moeten waarmaken. Dat betekent zo nodig ook: durven zeggen wat mogelijk is en wat niet, aldus Frans en Niels. Er zit namelijk ook een grens aan de flexibiliteit van conceptueel bouwen. Als gewenste programma-aanpassingen te zeer afwijken van de mogelijke variaties in de standaardconcepten, rijst de vraag of het concept nog wel past. Overigens verwachten ze niet dat dit hier het geval zal zijn.


Beursgenoteerde concurrenten De SGE- uitvraag kenmerkt zich niet alleen door de verregaande samenwerking tussen de gemeenten en de corporaties, ook de bouwers willen van elkaar leren. Niels: ‘Buitenstaanders kunnen zich vaak moeilijk voorstellen dat beursgenoteerde concurrenten daarvoor open staan. Maar voor ons spreekt het eigenlijk voor zich dat we elkaar opzoeken. We staan samen voor de opgave om met duurzame en betaalbare woningen leefbare wijken te maken. Waar bij de oplevering niet meer te zien is dat onder de schil van die gevarieerde woningen één concept schuilgaat.’

Conceptueel bouwen is ook een zaak van kennisdelen, zeggen Frans en Niels.

Conceptueel bouwen is ook een zaak van kennisdelen, zeggen Frans en Niels. Ze geven het Netwerk Conceptueel Bouwen hiervoor de credits. Het NCB is ermee begonnen om conceptaanbieders, toeleverende industrie en opdrachtgevers bij elkaar te brengen, stellen de bouwers. De Woonstandaard en Conceptenboulevard.nl zijn illustratief voor die kennisdeling. ‘Dat neemt niet weg dat er sprake blijft van gezonde concurrentie’, lacht Frans. ‘Ook aan het bij elkaar in de keuken kijken, zitten voor conceptuele bouwers grenzen.’

In de vorige aflevering in deze reeks het dubbelinterview met vertegenwoordigers van de opdrachtgevers van de SGE-pilot: Joost Lobée, directeur-bestuurder van Woningstichting Compaen uit Helmond, en de Oirschotse wethouder Piet Machielsen.
 

Naast Compaen zijn de meewerkende woningcorporaties: Woonbedrijf, Woonpartners, Wocom, Sint Trudo, Volksbelang, Bergopwaarts, Woningbelang, Woningstichting de Zaligheden, Goed Wonen, Thuis, Helpt Elkander en Wooninc.

Het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) bestaat uit de gemeenten Best, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Helmond, Nuenen, Oirschot, Son en Breugel, Veldhoven en Waalre.



Tekst: Tekst met Inhoud, Marjon van Weersch

Foto's: Bam Wonen en Heijmans

235 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page