De invloed van de Wkb op industriële woningbouw
Wanneer de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking treedt wordt het voor gevolgklasse 1 bouwwerken verplicht dat een onafhankelijke, private kwaliteitsborger verifieert dat het bouwplan en het gerealiseerde bouwwerk voldoen aan de bouwtechnische voorschriften. Daarnaast zal het bouwbedrijf aansprakelijk worden voor gebreken na opleveringen en ligt de bewijslast hiervoor bij het bouwbedrijf.
Uit resultaten van proefprojecten blijkt dat bouwen onder deze nieuwe kwaliteitsborgingseisen zal leiden tot hogere bouwkosten en een langere doorlooptijd. Een significant deel van de vertragingen wordt veroorzaakt door extra handelingen en controles.
Hier dreigt dus een contrast te ontstaan. Aan de ene kant moet de woningbouw in Nederland versneld worden en is conceptuele woningbouw dé oplossing om dit te bewerkstelligen. Aan de andere kant echter zijn daar straks die kostbare en tijdrovende vergunnings- en controleprocedures, die onder de Wkb voor elke afzonderlijke woning opnieuw doorlopen moeten worden. En zodoende de gewenste versnelling van de woningbouw juist ernstig kunnen belemmeren.
Een oplossing hiervoor is: certificering van woningbouwconcepten.
De Wkb bevat echter ruimte en mogelijkheden om de kwaliteitsborging zo efficiënt mogelijk uit te voeren. En woningbouwconcepten lenen zich daar bij uitstek voor. Zo hoeven materialen, producten of bouwmethoden met een certificaat of kwaliteitsverklaring niet bij iedere afzonderlijke woning opnieuw door een kwaliteitsborger gecontroleerd te worden. De kwaliteitsborger dient dan enkel nog te verifiëren of het certificaat geldig en toepasbaar is voor het betreffende bouwwerk. En bij projecten van tientallen of honderden woningen van een bepaald type bespaart dat aanzienlijk tijd en kosten.
'Met zo weinig mogelijk Legosteentjes op een efficiënte manier klanten de variatie en diversiteit bieden die zij waarderen.'
Om woningconcepten te kunnen certificeren hebben geaccrediteerd bouwinspectiebureau BouwQ en certificeringsinstantie Kiwa de beoordelingsrichtlijn (BRL) 2840 ontwikkeld. BRL 2840 focust op de gestandaardiseerde ontwerp- en seriematige assemblageprocessen die in industriële woningbouw gebruikt worden. Deze procesbenadering maakt het mogelijk zelfs een grote verscheidenheid aan woning uitvoeringen en variaties binnen een woningconcept te kunnen certificeren.
De meeste conceptaanbieders leveren namelijk geen standaard woning. Zij combineren geprefabriceerde onderdelen tot ‘gestandaardiseerd maatwerk’. Of zoals directeur Fijn Wonen Menso Oosting het verwoordde: ´Met zo weinig mogelijk Legosteentjes op een efficiënte (lees rendabele) manier klanten de variatie en diversiteit bieden die zij waarderen.´
Voor de verschillende Legosteentjes die in woningconcepten gebruikt worden bestaan er al certificatieregelingen. Maar het ontbrak nog aan een manier om het volledige proces, waarmee deze Legostenen in het ontwerp en op de bouwplaats gecombineerd worden tot een woning, te kunnen certificeren. Deze ´missing link´ hebben BouwQ en Kiwa nu met BRL 2840 ingevuld.
Met de samenwerking tussen Kiwa en BouwQ zijn de expertise en onafhankelijkheid geborgd die nodig zijn om het gerechtvaardigd vertrouwen uit te kunnen spreken in de gestandaardiseerde processen bij conceptaanbieders. Gebouwde woningen, die volgens BRL 2840 gecertificeerd zijn, hoeven hierdoor in een project niet opnieuw door een kwaliteitsborger in detail gecontroleerd te worden. Dit leidt tot aanzienlijke reducties in doorlooptijd en kosten voor de bouwer en de vergunningsaanvrager.
'Certificatie garandeert dat de opgeleverde woningen van zeer hoge en constante kwaliteit zijn.'
Meer voordelen
Maar de voordelen van certificering van woningconcepten strekken verder dan reductie in doorlooptijd en kosten voor kwaliteitsborging.
· Bouwfouten worden eenmaal én van tevoren voorkomen in plaats van deze achteraf in alle woningen van dat type te moeten herstellen: de focus op procesbeheersing zorgt ervoor dat repeterende bouwfouten en dito kostbare herstelmaatregelen voorkomen worden.
· Minimale kwaliteitsborging per bouwproject: naarmate meer onderdelen van het bouwproces gecertificeerd zijn, dient de kwaliteitsborger minder projectmatig te toetsen.
· Er bestaan zorgen of er voldoende kwaliteitsborgers zullen zijn wanneer de Wkb in werking treedt en er daardoor vertragingen ontstaan in bouwprojecten. Omdat de activiteiten van een kwaliteitsborger voor een gecertificeerd woningconcept minimaal zijn, kunnen deze activiteiten ook met beperkte capaciteit binnen de beschikbare tijd worden uitgevoerd.
· Schaalvoordelen: besparing in tijd en kosten wordt groter naarmate meer onderdelen of woningen onder een certificaat vervaardigd worden. Verder kunnen met de bonusregeling de jaarlijkse controles bij de conceptaanbieder gereduceerd worden.
· Gerechtvaardigd vertrouwen in ketenpartners: certificering van co-makers helpt kwaliteitsproblemen en aansprakelijkheidsdisputen te voorkomen.
· Certificatie garandeert dat de opgeleverde woningen van zeer hoge en constante kwaliteit zijn.
En niet onbelangrijk: het kostenvoordeel. Een rekenvoorbeeld: Bij een productie van 1000 woningen van een bepaald type kunnen de kosten van standaard kwaliteitsborging zeven (!) maal hoger zijn dan wanneer dat woningtype gecertificeerd zou zijn. Daarin zijn legesvoordelen nog niet meegerekend.
De wens van woningcorporaties
Niet alleen de woningproducent en de woonconsument hebben voordeel bij certificering van het bouwconcept. Met de certificering van woningconcepten wordt specifiek tegemoetgekomen aan de wens van de woningcorporaties. Juist om ook weer de woningbouw aan te jagen stelde Martin van Rijn, voorzitter van de vereniging van wooncorporaties ‘Aedes’, eerder al een landelijke toelatingstoets voor conceptuele bouw voor. Hierin werd een vergelijking getrokken met de automobielindustrie. ‘’Wanneer een bepaald type auto door de RDW is goedgekeurd, dan geldt die goedkeuring voor alle exemplaren van dat model. Zo zou het ook met fabrieksklare woningen moeten zijn. Er zou één landelijke toets moeten komen, waarna de woningen van dat type overal geplaatst kunnen worden.’’ Deze wens wordt nu ingevuld door de BRL2840 van Kiwa en BouwQ. Daarnaast is het kwaliteitsniveau van de gecertificeerde woningconcepten verzekerd; een zeer belangrijk aspect voor de woningcorporaties.
NCB ondersteunt certificering
Het certificeren van een woningconcept is een intensief proces. Zowel het ontwerp, de productie van de onderdelen als de assemblage van het bouwwerk worden hierin meegenomen. Het Netwerk Conceptueel Bouwen vindt het van belang dat woningconceptaanbieders doen wat ze zeggen en zeggen wat ze doen. Met andere woorden: serieus bezig zijn met interne kwaliteitsborging. Een certificaat kan een mooi verlengstuk daarvan zijn. De waarde van een certificaat voor een woningconcept is nog niet “geladen”. Maar de eerste certificeringstrajecten lopen inmiddels en naarmate meer conceptaanbieders het woningconcept laten certificeren zal de waarde toenemen. Het is een strategisch besluit van de conceptaanbieder om voor het certificaat te gaan. Het NCB werkt hiervoor samen met BouwQ en volgt deze ontwikkelingen met grote interesse!
>> Voor meer informatie over de Wet kwaliteitsborging voor conceptueel bouwen gebruik bovenstaande button. <<
Bij vragen over de Wet kwaliteitsborging of over certificeringen, kun je vrijblijvend contact opnemen met Olga Görts – van de Pas via info@netwerkconceptueelbouwen.nl of neem een kijkje op onze webpagina over Wkb.
Tekst: BouwQ
Yorumlar