‘Duurzaam bouwen voor de toekomst moet méér waarde krijgen’. Dat is het belangrijkste inzicht van dit Kijkje in de Keuken bij Vilton. Tussen de innovatieve productsystemen voor luchtdicht, waterdicht, scheurvrij en akoestisch bouwen, praten we in de fabriek over de rol van conceptueel bouwen en wat er nodig is om duurzame woningbouw te versnellen. Co-host Ursem Modulaire Bouwsystemen, gemeente Lelystad en provincie Flevoland vertellen over hun visie op dit centrale thema. .
Dialoog, kwaliteit en doen
Hij is trots. Bert van den Brink van Vilton, lid van het eerste uur, vindt het een eer om ons netwerk bij zijn bedrijf in Lelystad te mogen ontvangen. Met het centrale thema in het achterhoofd blikt hij terug op wat Vilton als toeleverancier bijdraagt aan conceptuele woningbouw. “Een goed voorbeeld is hoe we vanuit de dialoog met Van Wijnen samen hebben gewerkt aan het woningconcept Fijn Wonen. Daar worden onze gestandaardiseerde productsystemen stap voor stap toegepast. En daar zit onze toegevoegde waarde; dat we vroegtijdig in het proces naar vergaande standaardisatie gaan. Er is een enorme diversiteit in het aanbod van woningconcepten. Dat is voor ons als industrie een uitdaging. Als wij kunnen standaardiseren, dan kan de aanbieder meer kwaliteit leveren, efficiënter werken en goedkoper leveren. Duurzaam conceptueel bouwen betekent voor ons dat je geen afbreuk mag doen aan de kwaliteit. Aan die knop moeten we met z’n allen niet gaan draaien. We moeten vooral gaan doen.”
Boaz de Boer van het Hoornse Ursem Modulaire Bouwsystemen beaamt dat. “Door te standaardiseren is ons bouwsysteem enorm gegroeid. De ontwikkeling naar minder beton en meer hout heeft een vlucht genomen. We zijn ons met het bouwsysteem gaan focussen op gestapelde woningbouw in hout en willen dat onze modules zo compleet mogelijk de weg op gaan. Dan voeg je waarde toe aan wat je in de fabriek doet. Maatwerk en unieke detailleringen passen niet bij de hoogwaardige kwaliteit die we leveren. Duurzame keuzes moeten daarentegen beloond worden. Als ze steeds worden betwijfeld, dan doet dat iets met de hele keten. Daar moeten we het gesprek over blijven voeren én we moeten de urgentie vasthouden. Sommige thema’s beginnen te wankelen door veranderende regelgeving. Het piept en kraakt. De kunst is om vast te houden aan de ingeslagen koers. Teruggrijpen naar ‘zo deden we dat altijd’ is geen alternatief. Vanuit de bouwstromen, waar we hier met z’n allen onderdeel van uitmaken, moeten we de positiviteit van duurzaam en toekomstbestendig bouwen vasthouden.”
Iemand uit de zaal vult aan: “Veel bouwers worden van aannemer nu, zélf fabrikant en verkoper van een woningconcept. Dat vraagt om een andere manier van denken en handelen. Toeleveranciers zijn dat al gewend: zij verkopen componenten. Als conceptaanbieder kun je hiervan leren als het gaat om fabrieksmatige- en verkoopprocessen. Maak gebruik van de kennis die er al is. Ga met elkaar het gesprek aan. Doe niet alles zelf. Zo komen we niet verder.”
vlnr: Boaz de Boer | Ursem, Bert van den Brink | Vilton, Roos van Empel-Smeets | NCB
Toegevoegde waarde
Bert en Boaz juichen het toe als er meer prestatie-eisen voor toekomstbestendig bouwen worden toegepast in een uitvraag. “Je moet een afnemer hebben die net als wij erin geloven en durven te investeren. Keuzes maken voor de toekomst gaat verder dan een pilot of eenmalig iets nieuws doen. We moeten stoppen met ouderwets kijken naar de laagste prijs. Een prijs alleen zegt niets: het gaat ook om de kwaliteit die geleverd wordt. Wat past het best bij vraag én bij de plek? Leveren we de kwaliteit die past bij de getelde prestatie-eisen? Daar over nadenken, dat motiveert ons.”
Haast
Mark Spetter, adviseur toekomstbestendig bouwen bij de provincie Flevoland, heeft het in zijn inspiratiesessie over haast. “De som van alle maatschappelijke opgaven is toekomstbestendig bouwen. Energie is lang het focuspunt geweest in de bouw, maar onderwerpen als klimaatadaptatie, natuurinclusiviteit, duurzame mobiliteit, circulair bouwen en beschikbaarheid van energie en drinkwater bonken hard op de deur. Het heeft de sector jaren gekost om anno 2024 op de BENG-norm te zitten. Dat had best wat sneller gekund. Als we al die thema’s naast elkaar zetten en er steeds 10 jaar per onderwerp over doen, dan duurt het nog tientallen jaren voordat we ze gedekt hebben. Die tijd hebben we niet.
Het convenant ‘Toekomstbestendige Woningbouw’ zorgt ervoor dat we meer integraal naar de opgave gaan kijken. Het biedt handvatten om de maatschappelijke thema’s (meer dan 70 verschillende onderwerpen) parallel op te pakken. Door de thema’s op te schrijven, prestatie-eisen aan te verbinden en te concretiseren (van brons tot goud), kunnen gemeenten en andere overheden zoals bijvoorbeeld Provincies, een betere uitvraag doen. Aanbieders kunnen beter hun producten daarop afstammen. De kracht zit ‘m in de ambities die de diverse partijen in het speelveld op elkaar afstemmen. Dan spreken we met elkaar dezelfde taal.” Vanuit de provincie doet Mark een handreiking: “Ons past een bescheiden rol. Wij bouwen niet, maar kunnen wel informeren en stimuleren. Zo hebben we een aanjaagteam op afroep beschikbaar voor aanbieders en afnemers om gratis kennis en informatie te vergaren. Dat zorgt voor de noodzakelijke verbinding.”
“Ook het netwerk kan hier een rol bij spelen”, vult Olga Görts van het NCB aan. “De Woonstandaard kent basisprestaties voor verschillende PMC’s én heeft specifieke add-ons voor de diverse thema’s. De Woonstandaard is gericht op productniveau. Met 'Het Verhaal van de Plek' willen we de prestatie-eisen van verschillende relevante thema's op gebiedsontwikkelingsniveau in kaart brengen. Daar kan het convenant een rol in spelen.
ZuiderC: Verhaal van de Plek
Door naar het project ZuiderC. Wethouder Dennis Grimbergen vertelt vol trots over de veranderende rol van de gemeente bij deze grootschalige gebiedsontwikkeling. In een gebied van zo’n 560 hectare komt een divers programma voor zo’n 25.000 inwoners, die in harmonie met de natuur en met elkaar gaan leven. Wat we vanuit het netwerk ook wel ‘Het Verhaal van de Plek’ noemen, zijn er bij ZuiderC een aantal leidende principes opgesteld. Dit zijn; compacte buurtschappen, cohesie met natuur en elkaar en de complete samenleving. Dennis: “De woningconcepten die we gaan toepassen sluiten aan bij deze principes. Om dat voor elkaar te krijgen hebben we vanuit de gemeente een andere manier van werken geïntroduceerd. We wilden geen bestemmingsplan procedure van acht jaar doorlopen en hebben de markt gevraagd om met een programma te komen, inclusief infrastructuur en voorzieningen. Daar hebben we een voorselectie voor gedaan. Op kwaliteit en op basis van de belangrijkste criteria. Binnen nu en 2,5 jaar gaat de eerste heipaal al de grond in.
Wat we geleerd hebben? Dat we de markt niet moeten dicteren wat er gemaakt moet worden, maar dat we de markt uitdagen om met goede plannen te komen. We gaan in dit project uit van de maximale toegevoegde waarde voor de stad. Dat is een heel ander uitgangspunt dan de maximale prijs voor de grond. We vormen een elftal dat als team deze gebiedsontwikkeling gaat vlot trekken. Dat moeten wij als lokale overheid zo goed en efficiënt mogelijk faciliteren. Dan ontstaat er iets unieks. Er is behoefte aan afstemming, goede communicatie en een open mindset vanuit de gemeente. Die rol is betrekkelijk nieuw voor ons, want we zijn gewend te vertellen wat er moet gebeuren. En ja, wij weten dat we als overheid een bepaalde macht hebben in dit soort processen, maar ik denk dat we op deze manier optimaal de kracht van de markt benutten.”
Rondje vilt en rubber
Tijd voor de afsluitende rondleiding. Via de showroom met mockups duiken we de wereld in van de producten die je nauwelijks meer ziet als een woning gereed is. “Veel van onze producten worden weggewerkt, zoals opleggingen, kozijnafdichtingen, waterkeringen en verankeringen”, vertelt accountmanager Gideon Nijman van Vilton. “Behalve de akoestische materialen, die zijn altijd zichtbaar in ruimtes en hebben een visuele waarde. Naast fabrikant zijn we ook assembleur. Zo produceren we zelf geen rubber of vilt, maar maken we er wel samengestelde productsystemen van.
Veel van ons werk gebeurt machinaal, maar er is ook nog veel ambacht. We proberen steeds verder te standaardiseren, ook al vragen onze klanten nog steeds om maatwerk. We zien kansen om onze synthetische producten steeds meer biobased te maken. Innovaties zijn hierbij het probleem niet, maar wel de regelgeving waar het allemaal aan moet voldoen, zoals brandveiligheid. Nieuwe technieken volgen elkaar snel op en we zijn in staat om onze productieprocessen hier flexibel op aan te passen.”
Tekst: Redactiegasten
Fotocredit: Wessel Luiting
______________________________________________________________________________________
We gaan donderdag 7 november een exclusief Kijkje in de Keuken nemen bij de Wageningen Universiteit tijdens het initiatief De Gelderse Woonmaand, waar op het terrein een tijdelijke straat is gebouwd met zes inspiratiewoningen. Het thema van de ochtend is ‘Straatje erbij? Gewoon doen!’. Meld je ook aan!
Comments