top of page
Foto van schrijverNetwerk conceptueel bouwen

#12 Op weg naar datagedreven bouwen

Bijgewerkt op: 22 nov. 2022

Wat kunnen we met data in de bouw en wat (nog) niet? In deze #12 uit de reeks NCB vertelt* praten we hierover met Hans Blaauw, conceptontwikkelaar bij Domoticube en Klaas Droog, directeur/eigenaar van houtskeletbouwfabriek De Mar en tevens voorzitter van het NCB. De manier waarop zij in hun bedrijf data gebruiken verschilt, de datagedrevenheid is bij beiden even groot.


Op 15 november as. zijn Klaas en Hans gastspreker op de Themasessie Data van het NCB. Het gebruik van data in de bouw staat grotendeels nog in de kinderschoenen. De themasessie moet conceptaanbieders, industrie en afnemers inspiratie bieden om datagedreven te innoveren. In dit dubbelinterview spreken de mannen elkaar voor de eerste keer. Zij zijn benieuwd naar elkaars ervaringen. Wat kan en moet je als bedrijf met data? Welke praktische oplossingen past de ander al toe? En hoe kunnen ze samen kennis delen?

Eén druk op de knop De Mar produceert complete casco’s en losse wanden, daken, vloeren en dakkapellen in houtskeletbouw voor voornamelijk woningbouw. ‘De afgelopen dertig jaar hebben we zo’n 750.000 elementen gemaakt’, zegt Klaas. ‘Ogenschijnlijk zijn die elementen allemaal uniek. Een architect bedacht het ontwerp en wij zetten dat met onze kennis van hout om in bijvoorbeeld een dakkapel. En dat zijn we anders gaan doen.’ Hij legt uit dat De Mar is gestart met het digitaliseren van de eigenschappen van al die elementen. Een softwareprogramma legt in een code van 414 karakters vast of het een rechthoekig of driehoekig element is, hoe de randen eruitzien, hoeveel sparingen het bevat voor bijvoorbeeld een raam of deur. Na een digitale analyse van die data weet De Mar nu welke elementen zij zelf het meest gebruiken. Zo heeft De Mar ook data van woningen van de conceptbouwers op Conceptenboulevard.nl in kaart gebracht: zoals diepte- en breedtematen, goot- en nokhoogtes. Die data koppelt het bedrijf weer aan de modules die ze zelf het meest produceren. ‘Op basis van die standaarden kunnen wij met één druk op de knop iets ontwerpen wat past bij al die verschillende concepten’, zegt Klaas.


Het ontwerpproces dat Klaas beschrijft, is een voorbeeld van parametrisch ontwerpen. Hierbij wordt een ontwerp op basis van data en relaties tussen onderdelen gemaakt. `Als we veranderingen willen aanbrengen in onze standaard, maken we bepaalde parameters variabel´, vervolgt hij. ´Dankzij het gebruik van data kunnen wij dus slimmer produceren met veel minder verschillende elementen en dat reduceert de kosten en brengt onze faalkosten vrijwel naar nul.’

‘Slimmer produceren met veel minder verschillende elementen’

Hans knikt. ‘En als totaalleverancier van conceptuele woningen gaan wij nog een stapje verder. Als wij weten welke Product Markt Combinaties door een gemeente en woningcorporatie op een nieuwbouw- of inbreilocatie gewenst zijn, gaan wij parameters verzamelen. Dat zijn bijvoorbeeld het aantal gewenste parkeerplaatsen en groenvoorzieningen, maar ook zaken als de zoninval (relevant voor de positie van kozijnen), schaduwwerkingen, materiaalgebruik, geluidsisolatie, energetische mogelijkheden en het verwachte energieverbruik.’ Die data koppelt Domoticube aan een digital twin: een virtuele kopie van het nieuw te bouwen complex woningen. Daarvoor gebruikt het bedrijf een BIM-model dat ze voeden met al die verschillende data. ‘Met de door de digital twin geanalyseerde data kunnen alle partijen die bij de nieuwbouw- of inbreilocatie betrokken zijn hun voordeel doen. Parametrisch ontwerpen en het werken met data kan de realisatie van de bouw maanden versnellen.’ Hans en zijn collega’s gebruiken die data niet alleen tijdens de ontwerp- en realisatiefase, maar juist ook tijdens de beheerfase. ‘Als wij een pand hebben neergezet, moet het daarna nog zeker vijftig tot zeventig jaar mee’, zegt Hans.


Tekort aan arbeidskrachten ‘Stel ik wil iets heel moois in mijn nieuwbouw opnemen, bijvoorbeeld de meest geavanceerde warmtepomp’, vervolgt Hans, ‘Wat betekent dat als er straks geen handen meer zijn voor het onderhoud van die pomp?’ Een reëel vooruitzicht met het steeds nijpender tekort aan arbeidskrachten. Domoticube kan de digital twin van een bouwproject verschillende alternatieven voor zo’n warmtepomp laten doorrekenen, legt Hans uit. ‘Misschien is goed gepositioneerde infraroodverwarming een alternatieve oplossing. Het model kan tegelijkertijd uitzoeken of ik daarmee nog steeds aan de voorwaarden uit het Bouwbesluit en aan andere prestatie-eisen voldoe.’ Domoticube maakt ook steeds meer gebruik van sensoren om data te verzamelen. Sensoren op platte daken meten bijvoorbeeld de buitentemperatuur en luchtvochtigheid en de binnentemperatuur van appartementen. ‘In de beheerfase leveren die gegevens interessante informatie op die wij vervolgens weer kunnen gebruiken bij de doorontwikkeling van onze concepten’, zegt Hans. ‘Het resultaat van die analyse kan bijvoorbeeld zijn dat ik onze huidige dakbedekking inruil voor materiaal dat minder warm wordt.’


Kunstmatige intelligentie Data brengen wijsheid. Daar zijn de gesprekspartners het volmondig over eens. ‘Meten is weten’, zegt Klaas. ‘Als je niet weet wat je hebt, kun je het ook niet beheren’, voegt Hans daaraan toe. ‘En dan hebben we het nog niet eens gehad over de mogelijkheden om met behulp van kunstmatige intelligente bijvoorbeeld voorspellend onderhoud te plegen. Een Artificial Intelligence-systeem beoordeelt dan talloze data en kan op basis daarvan voorspellen wanneer een kozijn, constructie of installatie toe is aan onderhoud. Zo kunnen we het onderhoudsteam inschakelen nog voordat het probleem zich in het echt heeft voorgedaan.’

‘Als je niet weet wat je hebt, kun je het ook niet beheren’

Bij die laatste woorden zien we Klaas fronsen. ‘Laten we niet vergeten dat de gebouwde omgeving nog nauwelijks toepassingen van Artificiële Intelligentie kent’, zegt hij. ‘Vooralsnog blijft het wat dat betreft vooral bij experimenten.’ Ook Klaas gelooft heel erg in data, maar hij wil wel wat nuchtere kanttekeningen maken. ‘Er zijn in de bouwkolom heel veel data en als we die allemaal ongestructureerd gaan verzamelen, hebben die data op zich nauwelijks betekenis. Data leveren pas bruikbare informatie op als we causale verbanden kunnen leggen. Natuurlijk kan software ons daarbij helpen, onze eigen hersenen kunnen immers maar een paar variabelen tegelijkertijd bevatten. Maar we moeten wel weten waar we naar zoeken en dat is nog best lastig. Nog los van het feit dat het ons nu nog aan standaarden ontbreekt om al die data fatsoenlijk onderling uit te kunnen wisselen. Voorlopig zie ik het nog niet gebeuren dat aannemers massaal overgaan tot de aanschaf van materialen met ingebouwde sensoren.’


Themasessie NCB Data in de bouw Meer weten? Meld u aan voor deze themasessie op dinsdagmiddag 15 november in ’s Hertogenbosch.


Tekst: Tekst met Inhoud, Marjon van Weersch

Foto: Unsplash

 

(*) NCB Vertelt:

Meerdere malen per jaar publiceert het NCB een inspirerend dubbelinterview met onze leden. De gesprekspartners hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen: succesvol conceptueel bouwen. Wat is er nodig om iedereen dezelfde taal te laten spreken? Welke tools ondersteunen het proces van conceptueel bouwen? En hoe werken zij samen binnen het Netwerk Conceptueel Bouwen en met andere partners binnen de bouwketen aan projecten en tools?

168 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page