Netwerk conceptueel bouwen
Terugblik op de Wkb Kennissessie 21-4
De Wet Kwaliteitsborging (Wkb) treedt per 1 januari in. Je gaat voor een bouwplan niet meer naar de gemeente, maar moet een zogenoemde kwaliteitsborger inschakelen. Voor de ene organisatie een hoofdbreker, voor de andere een kwestie van proefdraaien ‘en gaan’. Rondom de bouwvergunning gaat er dus nogal wat veranderen. Reden om al onze leden voor een themasessie bij elkaar te roepen en ervaringen te delen.
De schema’s die deze ochtend bij Heijmans in Rosmalen op de schermen voorbij komen, tonen aan dat het geen simpele zaak gaat worden voor de aannemer. De ene processheet na de andere vliegt voorbij. Wat moet je wel doen, wat niet? De Wkb is geen appeltje eitje. Veel gedoe, saaie regels, veel controleren, meer administratie en steeds die ‘hoe dan’ vraag. Of je er als bouwer zo blij van wordt? Het doel van de Wkb is dat bouwbedrijven de kwaliteit van hun werk beter controleren. Zo kan de bouwkwaliteit van gebouwen verbeteren door minder bouwfouten en gebreken. Kortom, wat je bedenkt moet je goed vastleggen én uitvoeren.
Gelukkig is het niet alleen maar kommer en kwel. Veel aanwezige conceptaanbieders in de zaal wachten met smart op de nieuwe wet, omdat ze er al klaar voor zijn. Zo’n 2,5 jaar geleden is vanuit het netwerk gestart met proefprojecten met zes aanbieders. Hoe ver zijn ze ermee? Zijn er punten voor verbetering om in ‘het nieuwe gareel’ te komen?

Kies een instrument dat bij je past
In de stoel zit Arno Kleisterlee van Heijmans Woningbouw. Hij vertelt dat Heijmans door het hele land aan zo’n 15 proefprojecten heeft gewerkt. “De eerste stap die we maakten is de keuze voor het instrument en de kwaliteitsborger, door te onderzoeken waar de Wkb onze processen raakt. Wij willen als Heijmans bijvoorbeeld zelf aan het stuur zitten en onze eigen risicoanalyses doen. Zo zijn we bij het kwaliteitsborgingssysteem VKB (Verbeterde Kwaliteitsborging) van SWK uitgekomen.” Een instrument waar Marco van Meel en Nathalie Versnel-Offermans van SWK deze ochtend ook een toelichting op geven. “In dit systeem hebben we zelf een belangrijke rol bij het aantonen van de daadwerkelijk geleverde kwaliteit. De kwaliteitsborger ziet erop toe dat we de kwaliteit inderdaad ook naar behoren vastleggen, zodat bij gereedmelding van het bouwwerk een verklaring kan worden afgegeven. De mate van beheersing van onze eigen processen bepaalt de mate waarin de kwaliteitsborger aanvullende controles moet uitvoeren. Het gaat om omgekeerde bewijslast door aan te tonen wat we goed hebben gedaan. Dat zijn we niet gewend. Meestal leggen we alleen fouten vast. Aandachtspunt is de zelfcontrole van onderaannemers. Zij moeten afspraken nakomen en zichzelf controleren. Het moet bij iedereen in de keten het DNA zitten, niet alleen bij de hoofdaannemer.”

Roos van Empel - Smeets in gesprek met directeur bij Heijmans Woningbouw Zuidwest, Arno Kleisterlee.
De grootste uitdaging in de proefprojecten was het oplevertraject. “Een groot project lever je nooit in één keer op. De tijd tussen afmelden en ingebruikname van deelprojecten willen we zo kort mogelijk houden. Het was een zoektocht hoe we dan de verklaringen compleet konden maken. En vergeet het keuzeproces van je kopers niet. Dat gaat overal dwars doorheen.”
De conclusie uit de 15 proefprojecten? “Het was duur oefenen. De grote kunst is om de uitvoerder mee te krijgen en dat co-makers het goed organiseren. Daarom hebben we in iedere regio een Wkb-adviseur aangesteld. Mijn tip is om vandaag nog te gaan beginnen, want er komt een behoorlijk administratief proces op je af. Kies een kwaliteitsborger en ga aan de slag. Anderzijds ben ik ook realistisch. Is de kwaliteit van het geleverde product op orde en klopt het proces? Dan is het alleen nog een kwesties van kwaliteitscontroles intensiveren. We hebben ontdekt dat het beter werkt bij onze woningbouwconcepten dan bij traditioneel bouwen. Omdat je met dezelfde co-makers werkt, gaat het ‘opvoedproces’ sneller. Dat biedt kansen om je met conceptueel bouwen te onderscheiden.”
“Mijn tip is om vandaag nog te gaan beginnen, want er komt een behoorlijk administratief proces op je af. Kies een kwaliteitsborger en ga aan de slag.”
De knip binnen de bouwactiviteit
Tjebbe Römer, beleidsmedewerker bouwkwaliteit bij het ministerie van BZK, legt de groep uit wat de Wkb nou eigenlijk precies inhoudt. “Met de komst van de Omgevingswet gaat er veel veranderen. De bouwtechnische en ruimtelijke beoordeling wordt uit elkaar gehaald en gesplitst in twee los van elkaar staande activiteiten. De (technische) bouwactiviteit en de Omgevingsplanactiviteit.” Tjebbe noemt dit ‘de knip binnen de bouwactiviteit’, waar een handige factsheet voor is opgesteld. “Eigenlijk doorloop je dezelfde procedures als nu, alleen het stappenplan verandert. Je vraagt eerst een vergunning Omgevingsplan aan. Daarna doe je een bouwmelding. Je voert kwaliteitsborging uit tijdens de bouw en doet een gereedmelding.” Hoe dit precies in zijn werk gaat, wordt uitgebreid toegelicht door Stichting iBK. Aandachtspunten blijven onder andere de borging van het ontwerp door de aannemer, de detaillering van het ontwerp en waarschuwingen inzake de uitvoerbaarheid. Tjebbe geeft ook een tip mee, of anders gezegd ‘een kans’: “Alles wat je zelf borgt hoeft de kwaliteitsborger niet meer te doen. Leg vast wat je bouwt, bouw een dossier op en voer zelf keuringen uit. Maak de kwaliteitsborger overbodig!”
Bevoegd gezag als VAR
Tijd voor, zoals Wico Ankersmit het zelf noemt, de kalkoen die niet op het diner staat. Hij is directeur Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland en is de laatste die om de nieuwe wetgeving heeft gevraagd. Kortgezegd vanwege het feit dat hij binnen de proefprojecten ‘de tijdswinst nog niet gevonden heeft’. “Met de knip moeten we goed blijven nadenken hoe we het proces zo efficiënt mogelijk houden. De ruimtelijke uitdagingen waar we voor staan hebben direct te maken met de invloed op de omgeving. Laten we niet vergeten: De Wkb zit ín de Omgevingswet. Dat is geen losstaand iets. De uitdaging blijft straks: mag ik dit concept op deze plek gaan bouwen. Het concept zelf en de kwaliteit ervan zie ik niet als de grootste bottleneck. Dat heeft het gros van de bouwers gewoon goed geregeld. Wat we niet moeten vergeten is dat het bevoegd gezag een belangrijke rol blijft houden. Ik vergelijk het wel eens met de voetballerij. De kwaliteitsborger is straks de scheidsrechter in het veld. Die weet welke partijen er aan het spelen zijn, kent de regels en leidt de wedstrijd. Hij kan hooguit een gele kaart trekken. Het bevoegd gezag is de VAR. Zij kunnen ingrijpen en een rode kaart trekken. Maar als de wedstrijd gewoon volgens de regels wordt gespeeld, is er vrij weinig aan de hand.
Of we er als gemeenten klaar voor zijn? Ik betwijfel het. Capaciteit kan een spelbreker worden. Er zijn weinig mensen beschikbaar. Maar laat het je niet weerhouden. Zorg dat je je eigen proces op orde hebt. Ga met een proefproject aan de slag. Daar heb je ongeveer nog een half jaartje tijd voor.”
Certificeer prefab woningconcepten
Maar hoe zit het bijvoorbeeld met certificering van prefab woningconcepten? Jack van Hoof van BouwQ schetst een aantal efficiëntiemogelijkheden voor prefab concepten. “Materialen, producten of bouwmethoden hoeven met een certificaat of kwaliteitsverklaring niet opnieuw door de kwaliteitsdrager gecontroleerd te worden. De kwaliteitsborger controleert enkel of het gecertificeerde materiaal, product of bouwmethode op de juiste manier is toegepast. Als de kwaliteitsborger in zijn risicobeoordeling vaststelt dat kwaliteitscontrole van de aannemer op onderdelen voldoende is, dan kan worden volstaan met het overleggen van bewijsstukken van kwaliteitscontrole door de aannemer aan de kwaliteitsdrager. De kwaliteitsdrager kan ook gebruikmaken van de prestaties van de aannemer uit het verleden. Ook processen zijn certificeerbaar.”
