top of page

Themasessie: 'Het belang van gezond wonen'

Foto van schrijver: Netwerk conceptueel bouwenNetwerk conceptueel bouwen

Bijgewerkt op: 27 mrt 2023


Bij de realisatie van nieuwe woonomgevingen wordt gezondheid een steeds belangrijker thema. Een gezonde leefomgeving wordt als prettig ervaren, nodigt uit tot gezond gedrag en de druk op de gezondheid is er zo laag mogelijk. Maar geven we wel voldoende waarde aan de gezonde prestaties van de woning en de woonomgeving?


Met de Woonstandaard 3.0 als onderlegger zijn we samen met Monique de Kok van de GGD, Robbert Snep van de WUR, Marleen Spiekman van TNO, Jos Lichtenberg van Living LAB 040 en leden van het NCB de verdieping in gegaan. Een inspirerende zoektocht naar mogelijke prestatie-eisen!

Kernwaarden gezonde leefomgeving

Geef ieder project kernwaarden voor een gezonde leefomgeving. Dat is volgens Monique de Kok van de GGD een belangrijk startpunt. Het geeft handvatten om gezond gedrag makkelijk en leuk te maken. Gezond wonen gaat over hoe de gebruiker zijn of haar woning gebruikt en ervaart, over de installaties, materialisatie, over de eisen aan het woningconcept én hoe de woonomgeving wordt ervaren. De kernwaarden voor een gezonde leefomgeving zijn onder te verdelen in woonomgeving, mobiliteit en gebouwen. Denk aan:

- Overlastgevende bedrijven staan op afstand

- Wonen en druk verkeer zijn gescheiden

- Functies (wonen, werken, voorzieningen) zijn goed gemengd

- Kinderen groeien op in een rookvrije omgeving

- De leefomgeving is voor iedereen toegankelijk en veilig

- De leefomgeving draagt bij aan gezond gewicht > verleiden tot gezond gedrag

- Voor iedereen zijn er dichtbij aantrekkelijke plekken:

o Groen en water

o Stille en levendige plekken

o Koele plekken

o Spelen en bewegen

- Gezonde mobiliteit > fietsen en lopen stimuleren

- Tussen kernen zijn goede OV-verbindingen

- Minimaal 1 zijde (gevel) is aangenaam

- Binnenklimaat is prettig en gezond

- Er zijn voldoende betaalbare, levensloopgeschikte woningen


Bij deze waarden draait het om positieve gezondheid; het vermogen regie te voeren op de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen in het leven. Zie de stad als een gezonde habitat, waarbij bewegen, ontmoeten en ontspannen centraal staan. Dit heeft positieve invloed op lichaamsfuncties (hoe gezond en fit ben je), mentale welbevinden (ben je vrolijk, kun je goed communiceren), zingeving (kun je je idealen bereiken), kwaliteit van leven (woon je veilig), meedoen (heb je sociale contacten) en het dagelijks functioneren (voor jezelf zorgen). Dit heeft allemaal een relatie met de omgeving, zoals luchtkwaliteit, geluidshinder, groen in de buurt en het hebben van leuke buren. Een gezonde leegomgeving stimuleert creativiteit, gezamenlijkheid, zorgt voor mentaal herstel, meer beweging en een positieve stemming. Het ervaren van hinder heeft grote impact op de beleving van een gezonde leefomgeving. Last van geluid geeft stress en bezorgdheid over de invloed van de omgeving op de gezondheid kan het welzijn sterk beïnvloeden. De grote vraag is natuurlijk: Hoe integreer je dit in een conceptueel bouwproces? De kernwaarden gezonde leefomgeving zijn een goed startpunt, maar zijn vaak nog onvoldoende inzichtelijk aan de voorkant van het ontwikkelproces. Prestatie-eisen maken de consequenties van gemaakte keuzes inzichtelijk. Hoe eerder in de keten er over wordt nagedacht, hoe eenvoudiger het te implementeren is. Gezondheid hoeft niet per se duurder te zijn. Sterker nog, het levert meer op als je er op de langere termijn in investeert. Bewustzijn is een eerste belangrijke stap, want het is geen thema dat je er even bij doet. Er moet vanuit een intrinsieke motivatie, gedurende het gehele proces, aandacht voor zijn. Van groen voor deur in het stedenbouwkundig plan tot bewonersgedrag bij het gebruik van de installaties in huis.


Prettig groen wonen

Toegepast onderzoeker Robbert Snep van de Wageningen Universiteit doet al jaren onderzoek naar de groene woonomgeving en hoe natuur de menselijke gezondheid direct en indirect beïnvloedt. In de publicatie ‘Prettig Groen Wonen’ worden handvatten gegeven en aanbevelingen gedaan voor de natuurlijke stad. Tijdens de themasessie discussiëren we over een aantal eenvoudig toepasbare maatregelen:


1. Groendaken

Een groendak biedt kansen om gebouwen te verduurzamen. Groendaken voorkomen hittestress en dragen bij aan een beter klimaat in de stad. Een dak kan veel bieden: zonne-energie, waterberging, koeling, biodiversiteit en ontspanning. Groendaken zijn vooral relevant als het lastig is om piekbuien snel af te voeren of als het lastig is om de bovenste verdieping te koelen. Maar ook als er weinig ruimte op het maaiveld is om te ontspannen of als er weinig ruimte is voor tuinnatuur. Groendaken ondersteunen dan de natuurbeleving. Denk dus vooraf na over de prestatie(s) die het dak moet bieden.


2. Groene gevels

De gevel is te vaak nog een onbenutte plek om een groene woonomgeving te maken. Groengevels zijn relevant als het lastig is om het gebouw voldoende te koelen of als er weinig ruimte is voor natuur in tuinen. Ze bieden een groen uitzicht en dat verbetert de natuurlijke woonbeleving aanzienlijk. Bij uitzicht op groen worden meer gebieden in onze hersenen geactiveerd. Dat leidt tot een ander gedrag; je komt tot rust. Bovendien warmen gebouwen met groene gevels minder snel op en dat voorkomt hittestress. Aandachtspunt blijft beheer en onderhoud. Dat is in de meeste gevallen de belangrijkste redenen om traditionele gevels te handhaven, terwijl een groene gevel lang niet altijd ‘extra’ onderhoud vraagt.


3. Geveltuinen

Robbert Snep over het project Medina in Eindhoven. 4 Waterbalans

Beschouw een nieuwe woonomgeving als een spons en niet als een afvoerput. Water komt gratis naar je toe, dus hou het vast op de locatie waar het valt. Groen helpt daarbij. Om piekbuien op te vangen en hitte te lijf te gaan. Het belangrijkste principe? Ruimte maken waar water in de bodem kan zakken. Daarnaast kun je voorzieningen maken waar je een grote hoeveelheid water tijdelijk op kunt slaan, zoals een wadi of een ondergrondse wateropslag. Denk aan de volgende maatregelen:

- Zo weinig mogelijk verharding, doorlatende verharding zoals grastegels, veel begroeiing.

Hier kan water de grond in zakken.

- Hemelwater afkoppelen van de riolering: regenpijpen laten uitkomen in de tuin zelf. Dit

voorkomt overbelasting van het riool bij piekbuien.

- Een tuin met hoogteverschillen. Zo stroomt het water niet de woning of de kelder in.

- Bomen planten: wortels geleiden water sneller de bodem in.

- Een wadi met gras, of een regentuin met bloeiende planten. Hier kan water geleidelijk in

de grond zakken.

- Een ondergrondse berging, eventueel met mogelijkheid het later weer op te pompen

voor droge periodes. Bijvoorbeeld met infiltratiekratten onder de oprit of het terras van

de woning.

- Regentonnen aansluiten op de regenpijp. Dit ontlast de riolering en het water kan

gebruikt worden in droge periodes.


Op welk schaalniveau moet je wat doen en welke scenario’s blijven betaalbaar? Dat is een interessante discussie. Grondzaken en stedenbouw zijn belangrijke drivers in de ontwikkeling van een groene woonomgeving. Te vaak wordt er nog gestuurd op woningaantallen, -types en mobiliteit. Een sluitende businesscase is nog altijd belangrijker. Neem een groene leefomgeving mee in de grondexploitatie en niet pas bij de opstalontwikkeling. Standaard een boom aanbieden bij iedere nieuwbouwwoning of alle daken op de schuurtjes een groendak geven zijn eenvoudige prestatie-eisen.


Om gezondheidseffecten in kaart te brengen bij nieuwe ontwikkelingen is bijvoorbeeld de ontwerptool Groene Gezonde Stad ontwikkeld. Ook zijn er handvatten en voorbeeldprojecten te vinden op het platform Klimaatadaptief bouwen mét de natuur.


Gezond wonen en bewonersgedrag

We dalen af naar de gezonde leefomgeving op gebouwniveau. Is de woning in de praktijk wel zo gezond als op papier is bedacht? Marleen Spiekman van TNO doet onderzoek naar bewonersgedrag. Zij pleit: zet bewoners centraal in het ontwerp van een gezonde leefomgeving. Vanuit conceptueel bouwen zien we gezamenlijk kansen, omdat er een verschuiving plaatsvindt van project naar product. Lessen uit de praktijk zijn eenvoudiger door te voeren in vernieuwde woonproducten. Vraagstukken die de revue passeren zijn:

Welke invloed heeft gedrag op de prestatie-eisen en wat is de relatie tussen isoleren en installaties?


Gedrag anders dan de prestatie-eisen

Bewoners gedragen zich anders dan we van ze verwachten. Maar waarom is dat? In veel gevallen is het wezenlijk anders dan de prestatie-eisen die we op papier hebben bedacht. Waar wijkt dat af en wat zijn de consequentie van het gedrag? We zien bijvoorbeeld dat:


- Bewoners de installaties verkeerd begrijpen en de ventilatie op de laagstand (of uit)

zetten. Ze ondervinden bijvoorbeeld geluidshinder van de mechanische ventilatie.

- Bewoners zetten hun slaapkamerraam vaak open. Daarmee ‘bypassen’ ze een complex

energie-terugwin-systeem, wat dan weer niet goed meer werkt.

- Naast de warmtepomp worden steeds vaker elektrische kachels of airco’s aangeschaft,

omdat het huis onvoldoende opwarmt of koelt.

- Bij woningen met een goed energielabel is het verbruik in praktijk in veel gevallen

hoger dan in theorie (!).


Bewoners moeten zich aanpassen aan hun nieuwe, gezonde woonomgeving. Je kunt niet zeggen: ‘Veel plezier in je nieuwe huis en kijk maar of je er een beetje uitkomt’. Installaties zijn vaak (te) complex. Bewoners willen ingrijpen als ze nog geen lage temperatuur vloerverwarming gewend zijn. Reden voor afwijkend gedrag zijn een gevoel van discomfort (te koud, te warm, slechte luchtkwaliteit), gebrek aan feedback (meten en handelen), systeem beperkingen (te lage capaciteit), verkeerde instructies (ook door professionals!) en gewoontes (‘zo deed ik dat altijd al’). De consequenties zijn: een hoger energieverbruik en bijvoorbeeld een slechte(re) luchtkwaliteit in huis. Dat heeft weer negatieve invloed op de beleving van een gezonde leefomgeving.


Wat beter kan? Meer aandacht voor woongedrag! Denk vanuit de gebruiker en niet vanuit de cijfertjes die vanuit BENG gehaald moeten worden. Trek lessen en pas ze opnieuw toe. Het leren van fouten biedt juist bij conceptueel bouwen veel kansen om tot een integrale oplossing te komen. Denk ‘low-tech’ en schiet niet door in technische (on)mogelijkheden.


‘CurioCity for the future’

Door naar de praktijk. In Eindhoven komt Living LAB 040, een experimenteerzone met innovatieve woningconcepten in een gezonde leefomgeving. Initiatiefnemer Jos Lichtenberg deelt zijn ervaringen. Zo zijn er volgens hem nog ‘te veel dingetjes in de bouw’. Iedereen is op microniveau op zoek naar het gouden ei. Als je wilt bijdragen aan de grotere opgave, dan moet je samenwerken. Denken vanuit een concept en daar lering uit trekken. Daarom hebben we deze broedplaats voor compact wonen en leven in de stad van morgen opgezet. Een organisch gevormd stukje stad dat beter past bij haar gebruikers. We beginnen, kijken wat we leren en doen het morgen weer beter. Zoals bijvoorbeeld remontabel bouwen. Het meecalculeren van een tweede leven van een gebouw is ‘de standaard’ in dit project. Tijdelijkheid (15 jaar) is bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel van deze gebiedsontwikkeling. Net als kennis bij elkaar brengen. Uitgangspunt is dat samenwerking geregeld moet worden.

Het fundament van Living LAB 040 is de ontdekking van de stad van morgen, waar mens en milieu met elkaar in balans zijn. Een inclusieve, compacte stad waar inwoners fijn en betaalbaar kunnen wonen. Dit gedachtegoed rust op vijf innovatiepijlers: welzijn als uitgangspunt, wendbaarheid als kracht, efficiënte organisatie, verantwoording nemen en ruimtelijke aantrekkelijkheid. Het gevoel van eigenaarschap en wederkerigheid heeft in dit project de overhand, niet de businesscase. Gezond wonen gaat over menselijke behoeftes, welzijn, het ervaren van de omgeving. Dat stopt niet bij de voordeur.


Vanuit het netwerk gaan we, met de Woonstandaard 3.0 onder de arm, een vertaalslag maken naar mogelijke prestatie-eisen voor gezond wonen. De kernwaarden voor een gezonde leefomgeving, Prettig Groen Wonen, bewonersgedrag en praktijkvoorbeelden als Living LAB 040 zijn hierbij als inspiratiebron. Met mogelijke prestatie-eisen willen we ervoor zorgen dat ook over dít onderwerp dezelfde taal gesproken gaat worden.


Tekst: Redactiegasten

102 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page