top of page

Kijkje in de Keuken (KiK): Samenwerking = code tot slim woningconcept

  • margreet5
  • 4 uur geleden
  • 4 minuten om te lezen


Vaak gaat het bij de ontwikkeling van woningconcepten nog over de techniek. De zachte kant, zoals samenwerking in de keten en goed partnerschap, blijft onderbelicht. Terwijl dát nou juist voor Ouwehand Bouwen & Ontwikkelen en VBI de gekraakte code is om tot het slimme woningconcept RAP Wonen te komen. Wat is de kracht van deze samenwerking? Aan de hand van stellingen én een kijkje in de woningen nemen Tim van Westerhuis van Ouwehand en Bert Jongsma van VBI ons mee in hun gezamenlijke reis.


We zijn in Katwijk (ZH), waar een volle zaal zich opmaakt voor het geheim van een geslaagde samenwerking tussen Ouwehand en VBI. Tim en Bert staan te popelen om te vertellen welke stappen ze de afgelopen jaren hebben gezet om te komen tot het slimme woningconcept RAP Wonen. En dat is precies waarom onze leden hier in grote getale aanwezig is. “Dat deze kennis binnen de sector wordt gedeeld en dat je zo’n woningconcept met eigen ogen kunt bekijken is ontzettend waardevol. We kunnen veel van elkaar leren.”


Tim van Westerhuis (l) en Bert Jongsma

Compleet concept

Tim van Westerhuis benadrukt dat samenwerking voor verandering heeft gezorgd. “Het heeft geleid tot een slim concept dat betaalbaar en snel gerealiseerd kan worden. RAP wonen is remontabel, dus volledig uit elkaar te halen. Dat is voor ons een belangrijke vorm van waardecreatie. Je hebt partners nodig om die stap te kunnen zetten. Eén van die partners is VBI, waarmee we de innovatieve ‘integraalvloer’ hebben toegepast. Dankzij deze innovatie kunnen we flexibiliteit toevoegen aan onze woonproducten. Alle partners open aan tafel, samen door ontwikkelen, samen de schouders eronder zetten; de integrale aanpak is het cruciale puzzelstukje geweest in de ontwikkeling van RAP Wonen. Dat we hierdoor verschillende woningtypes kunnen maken met variatie in gevelwerk en afmetingen, maakt het resultaat compleet.”


Integraalvloer

Bert Jongsma van VBI geeft inzicht in hoe lang het duurt voordat zo’n innovatie het licht ziet. “In 2008 begonnen we al met de integraalvloer. Dat is een slim prefab vloersysteem met vooraf aangebrachte technische installaties. Aan de plafond- en bovenzijde is het systeem direct klaar voor een versnelde afbouw. In 2018 kwamen we tot een punt waarop we dachten ‘ja, er staat nu een goed concept’. In 2020 zijn we de integraalvloer samen met Ouwehand gaan toepassen. Dat geeft aan hoe lang zo’n proces duurt. We zagen al vroeg dat we steeds meer werk van de bouw naar de fabriek moeten halen, om consistenter en sneller te kunnen bouwen. Dat kan alleen met toekomstbestendige producten als de integraalvloer.”


Integrale aanpak

Volgens Bert hoor je de term ‘integrale aanpak’ wel vaker, maar in de praktijk is dat nog best uitdagend. “Wij innoveren bij VBI op onderdeelniveau. Dat is leuk, maar je moet dat van schets af aan integreren in een totaalconcept, anders werkt het niet. We hebben samen met Ouwehand geleerd om te kijken naar de slimheid van álle componenten die samen het woningconcept maken. Dus niet die slimme componenten gaan aanpassen, maar toepassen. Dat kan alleen als je met vaste partners samenwerkt. Daar is moed en doorzettingsvermogen voor nodig. Ik vergelijk onze samenwerking wel eens met voetballen op topniveau. Als je steeds met een wisselend team aan de aftrap begint, kom je niet ver. Als je resultaat wilt halen, moet je langdurig op elkaar ingespeeld zijn.”


Toekomstbestendig

Ouwehand en VBI werkten samen aan een toekomstbestendig businessmodel. Slimme componenten zijn optimaal toegepast, waardoor er volgens Bert droog en losmaakbaar door gestapeld kan worden. “Zo ontstaat een hogere kwaliteit en kun je op de bouwplaats met nauwere toleranties werken.” Tim geeft nog een tip om projecten meer vanuit het proces te bekijken. “Door onszelf transparant op te stellen kunnen we samen blijven innoveren. Leren van fouten, nieuwe oplossingen bedenken, werken aan een nog betere kwaliteit, dat is allemaal onderdeel van dat proces. Staar je niet blind op de techniek.”


Bekijk de opbouw van RAP Wonen in Katwijk (na demontatie in Harlingen).


Standaardiseren maar!

Door naar de stellingen, die vakkundig door dagvoorzitter Rudy van Beurden de groep in worden geslingerd. Is standaardiseren de enige manier om betaalbaar te blijven bouwen? Deze stelling zorgt voor geroezemoes. “Het is zeker niet de énige manier, maar wel een belangrijke.” Ook de auto-industrie wordt aangehaald. “Een auto heeft altijd een standaardmodel, welke vanuit een platform geoptimaliseerd kan worden tot een luxe of een afgeslankt model. Deze slimme manier van denken moeten we 1-op-1 toepassen in de woningbouw. Dan is standaardiseren helemaal niet saai. Het leidt tot kwalitatieve producten die voor iedere portemonnee betaalbaar zijn.”



Conceptueel bouwen verplichten?

Op de stelling of conceptueel bouwen verplicht moet worden voor 80% van de nieuw te bouwen woningen, gaan zowel rode als groene kaarten de lucht in. De meningen verschillen. “Verplicht stellen biedt duidelijkheid. Het geeft organisaties de ruimte om te investeren. Dat leidt tot een snellere ontwikkeling van woningconcepten. Als we het verplicht stellen, komt het in de plannen te staan van gemeenten. Dat drupt dan verder door in de hele keten.”


Iemand die de rode kaart trekt geeft aan dat de markt conceptueel bouwen zelf wel stimuleert omdat er een hoop 'winst' te behalen valt. Gemeenten hebben partners nodig om een maatschappelijk vraagstuk op te lossen. Hoe die woningen gerealiseerd worden, moet niks uitmaken. Het is wel een goed idee om de lokale, regionale macht iets in te tomen. Wetgevende kaders kunnen die verandering in gang zetten.” De overheid zou |Conceptueel Bouwen meer moeten stimuleren, maar niet verplicht stellen.



Industrie is verder dan conceptbouwer?

Met veel toeleveranciers in de zaal, gaan groene kaarten de lucht in bij de stelling dat de industrie klaar is voor de andere manier van samenwerken, maar dat conceptbouwers nog achterblijven. “Je bent jarenlang aan het innoveren, dus ik denk dat de industrie inderdaad al verder is. Bouwers kiezen nog te veel de veilige weg voor zichzelf. Prijs en zekerheid voor de eigen organisatie zijn struikelblokken. Daarentegen is niet iedere toeleverancier even flexibel. Je zult alle componenten van een woning integraal moeten benaderen. We moeten het samen doen. Vandaag laat zien hoe belangrijk dat is om tot een waardevol concept te komen.”



Tim sluit af met een anekdote dat de woningen niet alleen de aandacht hebben van experts uit ons werkveld. “Toen we de woningen bouwden kwamen er uit de buurt aanvragen binnen of ze bewoond konden worden. Dat is helaas niet mogelijk, maar we zien dat wel als een groot compliment.”


Kijk je een keer mee? We nemen donderdag 26 juni een exclusief Kijkje in de Keuken bij Hendriks, waar we de TerugWINwoning in Veghel zullen bezoeken. Meld je aan!




tekst: redactiegasten

foto's : John van Hamond



 


Comments


bottom of page